Onderwijs

3TU-wiskundigen samen in AMI

Het 3TU Applied Mathematics Institute (AMI) moet wiskunde binnen de universiteiten beter zichtbaar maken en voor het bedrijfsleven beter toegankelijk.

De dreigende bezuinigingen vormen niet het beste gesternte om een nieuw instituut te beginnen, maar de prof.dr.ir. Kees Vuik (faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica) ziet voordelen in het afgelopen donderdag geopende instituut. “Als groepjes wiskundigen op de verschillende TU’s zijn we nauwelijks zichtbaar. Samengevoegd onder de paraplu van het AMI staan we op wereldschaal in grootte op de negende plaats.”

De wiskundigen van de 3TU zien het Berlijnse wiskunde-instituut Matheon als model. Directeur Volker Mehrmann vertelt hoe het instituut in 2000 opgericht is door drie Berlijnse universiteiten, en hoe het daarna in 2002 een forse financiële stimulans kreeg uit de gelden van de UMTS-veiling. Nu staat het interuniversitaire instituut gemiddeld twee keer per week in de krant, het heeft een budget van meer dan twaalf miljoen euro en is het een vraagbaak voor tal van journalisten die achtergrondinformatie zoeken over tsunami’s, aardbevingen of voetbalinterlands.

Een van de lessen uit Berlijn betreft het zichtbaar maken van wiskunde. “Wiskunde is er overal en altijd, maar we hebben moeite om dat over te brengen”, constateert KNAW-voorzitter prof. Robbert Dijkgraaf. Het Matheon heeft dat opgelost door te communiceren in toepassingsgebieden zoals levenswetenschappen, netwerken, productietechnieken, elektronica, e-banking en visualisering.

Vuik stelt zich voor dat het AMI een loket vormt voor alle vragen van de buitenwereld, ook die uit het bedrijfsleven. Deskundigen binnen het instituut sturen aanvragen door naar een van de groepen binnen de TU’s. Ook kan het AMI zelf onderzoeksprogramma’s indienen bij NWO of bij de EU. Om het instituut goed op de rails te zetten is vijf tot tien miljoen euro aangevraagd voor de komende vijf jaar. Daar is nog geen toezegging op ontvangen.

ami.3tu.nl

Dat is in een notendop het plan achter ‘Eerst voor de klas’, een project van zeven grote bedrijven en het ministerie van OCW. De komende tijd willen ze hier twintig jonge academici voor selecteren.

Het is de bedoeling dat de acadmici in de eerste twee lesjaren hun eerstegraads lesbevoegdheid halen. Daarnaast krijgen ze een cursus ‘leiderschap’. Op die manier kunnen ze na de twee lesjaren nog alle kanten op.

Het idee is overgewaaid uit Amerika, waar begin jaren negentig ‘Teach for America’ werd bedacht. In Groot-Brittannië bestaat alweer enkele jaren het vergelijkbare ‘Teach first’.

De deelnemers hoeven niet te vrezen dat ze een mogelijke carrière in het bedrijfsleven mislopen als ze eerst lesgeven. Daarom is de steun van zeven grote bedrijven belangrijk: Philips, DSM, Ahold, Akzo Nobel, KPN, ABN Amro en Shell. Zij willen meehelpen het imago van het leraarschap op te poetsen. Het zou onder academici normaler moeten worden om een paar jaar les te geven, vinden ze.

Eén dag per week en een deel van de vakanties besteden de studenten aan het ‘leiderschapsprogramma’ van het bedrijfsleven. De inhoud moet nog worden verzonnen, maar één ding weet staatssecretaris Van Bijsterveldt zeker: “Goed leraarschap is goed leiderschap en andersom.” Het moet elkaar dus versterken.

In Groot-Brittannië klonk kritiek, omdat Teach First elitair zou zijn en het leraarschap zou onderschatten. De afgestudeerden komen vaak van Oxford en Cambridge en het project zou te zwaar leunen op hun intellectuele vaardigheden. Ze krijgen een zesweekse cursus en moeten nog veel leren terwijl ze lesgeven.

Deze onderschatting zou het imago van doorgewinterde leraren schaden: alsof hun ervaring weinig voorstelt en iedereen het kan. In Nederland is het nadrukkelijk de bedoeling dat de studenten hun lesbevoegdheid halen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.