Onderwijs

3mE overweegt numerus fixus

De faculteit 3mE overweegt een numerus fixus voor de opleiding werktuigbouwkunde. Niet zozeer vanwege een hoge instroom, maar vanwege de kwaliteit van studenten.


Binnen de faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE) valt ‘voorzichtig’ de term numerus fixus, maar om andere redenen dan bij Bouwkunde of Industrieel Ontwerpen (IO). Die faculteiten hebben capaciteitsproblemen, werktuigbouwkunde wil ‘grip krijgen op de kwaliteit van studenten’, zegt directeur onderwijs Peter Wieringa.


Het is geen geheim dat een hoog percentage studenten bij werktuigbouwkunde in het eerste jaar uitvalt, zegt Wieringa. Vorig collegejaar kreeg één op de drie eerstejaars een negatief bindend studieadvies (bsa). Zij haalden dus niet de helft van zestig studiepunten. Daarnaast stopte ongeveer tien procent voortijdig. Deze cijfers liggen hoger dan het gemiddelde voor de TU.


Vanwege deze hoge uitval wil de faculteit ‘grip krijgen op het niveau van de kennis’ van studenten, zegt Wieringa. Een indicatie is het cijfer voor techniek en bètavakken. “We weten dat scholieren die op het vwo gemiddeld meer dan een 7,5 halen een goede kans van slagen hebben. Als het aan mij ligt gaan we selecteren aan de poort.” Het kabinet wil de mogelijkheden hiervoor verruimen.


Wieringa wil eerst de ervaringen bij Bouwkunde en IO afwachten, maar denkt aan een eventueel maximum aantal eerstejaars van 550 tot 600 voor werktuigbouwkunde en maritieme techniek samen. Het aantal vooraanmeldingen voor beide opleidingen lag afgelopen week op 474, vijftig meer dan vorig jaar rond deze tijd. 


Zo’n aantal kan de faculteit volgens Wieringa wel hebben. Dit getal zal echter nog zakken omdat studenten zich voor meer opleidingen kunnen inschrijven en de ervaring leert dat werktuigbouwkunde nogal eens tweede optie is. 


Hoewel de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica vorig jaar de hoogste percentages negatieve bsa’s uitdeelde, denkt zij niet aan een fixus. Zij is juist blij met een groei van 23 procent naar zo’n driehonderd vooraanmeldingen.    


Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) ziet het aantal vooraanmeldingen civiele techniek met maar liefst 34 procent stijgen van 258 naar 345. Met technische aardwetenschappen erbij staat de teller op 395.


Boven de vierhonderd begint het lastig te worden, zegt directeur onderwijs Frank Sanders. Dan moeten studenten hun colleges in een tweede zaal volgen via beeldschermen en wordt tussentijds toetsen ook lastiger.


Toch zijn meer dan vierhonderd studenten welkom. “Het aantal afstudeerders ligt namelijk lager dan de vraag uit de markt”, zegt Sanders. “Bovendien komt er een grijze golf: veel babyboomers gaan met pensioen.” CiTG denkt daarom ‘absoluut niet’ aan een fixus. “Als volgend jaar een bsa van 45 studiepunten wordt ingevoerd, ben ik er vrij zeker van dat wij studenten afwijzen die de opleiding normaal wel hadden kunnen voltooien. De markt zal ons dat niet in dank afnemen.”


Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R) ziet het aantal voormeldingen ook flink stijgen: van 423 naar 522. “Dat zijn er meer dan verwacht en gehoopt, maar wat betreft zalen gaat dat nog net goed”, zegt Irma Croese. L&R gaat vanaf 2012 echter decentraal selecteren met een fixus van 440.

Na alle slechte berichten over miljoenentekorten op de universitaire begroting, is er gelukkig ook goed nieuws. Sinds kort heeft de campus namelijk een nieuwe bewegwijzering. Het heeft wat gekost – een paar ton, schat ik – maar dan heb je ook wat. Olijke paars-met-blauwe naamborden bij de gebouwen, en stemmige zwartstalen H-profielen met blauwpaarse bordjes die de weg naar die gebouwen wijzen. Om deze heuglijke gebeurtenis te vieren, spreek ik met prof.ir. B.I.F. Tinnefzuiger, emeritus hoogleraar grafische richtingsymboliek en directionele chromatiek, en grondlegger van dit nieuwe universitaire wegwijsparadigma. We staan voor de gloednieuwe wegwijzer op de kruising Jaffalaan en Leeghwaterstraat.
“Professor Tinnefzuiger, van harte gefeliciteerd met dit kunstwerk, want dat is het toch zeker?”
“Inderdaad, het is mijn Opus Magnum waaraan ik de afgelopen vijftien jaar heb gewerkt. Alle theorieën en principes die ik in mijn lange carrière heb ontwikkeld, komen samen in dit project dat ik TU quoque hic heb gedoopt. Een doordenkertje, hè?”
“Heel snedig. Maar even ter zake. Op het bovenste bordje, dat naar de Mekelweg wijst, staat: Buildings 1-18, 20-29, 30-39. Waarom niet simpelweg Buildings 1-39?”
“Om verwarring te voorkomen, want gebouw 19 bestaat niet.”
“Dus gebouw 1 bestaat wel?”
“Nee.”
“En gebouw 29 en 39?”
“Ook niet, nee.”
“Maar ze staan wel op de wegwijzer.”
“Dat is een esthetische beslissing waarover lang is gediscussieerd. Wilt u de notulen inzien van de zeven speciale vergaderingen die daarover zijn belegd?”
 “Nee, dank u. Waarom zijn er eigenlijk meer nummers dan gebouwen?”
“Er is een uitgebreid numerologisch verantwoord kabbalistisch onderzoek verricht door professor Eimert Lemmaknijper uit gebouw 36. Voor ieder ontbrekend nummer bestaat een heel goede reden. Dat er geen gebouw 13 is, dat snapt u toch wel? Er is ook geen gebouw 7, omdat zeven in sommige culturen een heilig getal is. Dat kun je niet zomaar aan een willekeurig gebouw toekennen. En de wortel uit 666 is 25.8, dus voor de zekerheid is er geen gebouw 25 en ook geen gebouw 26.”
“Chauffeurs die iets moeten afleveren, vragen mij weleens ‘waar is Industrieel Ontwerpen?’. Ze vragen nooit ‘waar is gebouw 14?’”
“Dat is ook niet zo vreemd, want gebouw 14 bestaat niet. Industrieel Ontwerpen is gebouw 32, dat weet toch iedereen?”
“Hoe zit het eigenlijk met die kleuren? Dat blauw is het bekende TU-blauw, maar waarom paars?”
“Mijnheer! Dat is geen blauw maar honderd procent cyaan. En het is geen paars maar fuchsia, ofwel honderd procent magenta met een vleugje cyaan en zwart. Zelfs een blinde mol met staar ziet dat die kleuren elkaar esthetisch in evenwicht houden? Juist het volstrekt ontbreken van geel in het CMYK-palet maakt deze combinatie rebels en speels tegelijk. U weet toch wel wat Goethe hierover zei?”
“Eh, nee…”
“Volgens Goethe zijn er twee basiskleuren: cyaan en geel. Cyaan ontstaat door de aanschouwing van donker door het licht heen, en geel door de aanschouwing van licht door het donker heen. Wie dus door het licht heen wil, en niet door het donker, dient geel te vermijden. Dat is althans mijn interpretatie.”
“Hartelijk dank voor uw uitleg, professor Tinnefzuiger. Ik ga terug naar gebouw 31. Even kijken… dat is hier naar rechts.”

Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.