Campus

‘Ja of nee zeggen, meer mogen we vaak niet’

De verkiezingen voor de ondernemingsraad vinden volgende week woensdag plaats. Enkele leden kijken terug op twee jaar ondernemingsraad.


1 Illustratie: Gripp

De voorzitter van de ondernemingsraad, CMHF-lid ir. D.A. Hoogwater, vindt het moeilijk om een vergelijking te maken tussen de vroegere universiteitsraad en de or. ,,Het is misschien een voordeel dat je nu rechtstreeks iets kunt betekenen voor het personeel, terwijl dat in de u-raad veel indirecter ging. Verder vind ik het een vergelijking tussen appels en peren, maar dat kan als je het over fruit hebt.”

De voormalige universiteitsraad van de TU werd 1 september 1997 opgeheven. Op 8 oktober van dat jaar vonden aan de TU de eerste verkiezingen voor de ondernemingsraad plaats. De eerste raad werd gekozen voor een periode van twee jaar. Vanaf nu vinden de verkiezingen om de drie jaar plaats, te beginnen op 29 september.


2 Illustratie: Gripp

De voorzitter van de Abvakabo-fractie in de or, ir. F.R. van der Vlucht, meent dat de verantwoordelijkheden in de or duidelijker afgebakend zijn. ,,Voorheen was het een mix van studenten, personeel en college die het bestuur uitoefende. De verantwoordelijkheden waren op z’n zachtst gezegd diffuus, maar het was een mooi praatforum.” CFO-lid L. Boersma vindt ook dat de zaken duidelijker geregeld zijn in de wet op de ondernemingsraden. ,,Een nadeel is wel dat je meer te maken krijgt met kant-en-klare voorstellen, waar je simpel gezegd ja of nee tegen moet zeggen. En er komen natuurlijk minder dingen langs.”

Ir. B.C. van Zomeren hangt het succes van de or op aan de vraag of de doelstellingen van de MUB-wet (modernisering van de universitaire bestuursstructuur) gerealiseerd zijn. ,,Is de besluitvorming inderdaad sneller en kwalitatief beter geworden?”, vraagt hij zich af. ,,Ik waag dat te betwijfelen.” Ook mist Van Zomeren het ‘echte debat’ uit de tijd van de universiteitsraad.
Paaltjes

Het college van bestuur weigerde aanvankelijk om de or formele zeggenschap te geven op het gebied van onderwijs & onderzoek en financiën. Van der Vlucht van Abvakabo vindt dat de or hierin inderdaad minder goed af is dan de u-raad. Toch wordt er volgens hem ‘naar omstandigheden’ goed geopereerd door de or. Ook Van Zomeren is daar niet negatief over. ,,Formeel is er misschien niet veel geregeld, maar informeel loopt het overleg over financiën bijvoorbeeld erg goed. Ik vind wel dat onderwijs en onderzoek in de toekomst meer op de or-kalender moet komen.”

Hoogwater spreekt liever niet over bevoegdheden. ,,Met de term bevoegdheden zet je zaken tegenover elkaar, terwijl ik de nadruk juist wil leggen op samenwerken. Het is veel belangrijker om een open discussie te voeren over alle zaken die het personeel aangaan. Het is een misverstand dat we hetnog steeds over bevoegdheden hebben.”

CFO’er Boersma erkent dat er in de begintijd van de or veel tijd verloren ging met het afbakenen van bevoegdheden. ,,Het was een kwestie van paaltjes slaan. De laatste tijd zijn de verhoudingen met het college beter. Het cvb moet natuurlijk ook schipperen tussen de raad van toezicht en de ondernemingsraad. En als je or mee hebt, heb je de hele instelling mee, dat heeft het college de laatste tijd wel gemerkt.

Boersma doelt op de recente behandeling van het instellingsplan. Dit wordt algemeen gezien als een groot succes van de or. Hoogwater: ,,Ik denk dat we dat als or goed gedaan hebben. Het belangrijkste document van de TU is door die bemoeienis uiteindelijk unaniem goedgekeurd.” Boersma zegt dat met het instellingsplan ‘het roer drastisch omgegooid is’. Van Zomeren meent dat het instellingsplan bewezen heeft ‘dat het ook anders kan’ tussen college en ondernemingsraad. Van der Vlucht beweert zelfs dat de behandeling van het document ‘een ommekeer teweeg heeft gebracht’ in de verhoudingen.
Achterban

,,Het college heeft kunnen constateren dat de zaken vlotter gaan als de or erin betrokken wordt”, aldus Van der Vlucht. ,,Ik had het idee dat het college de or in het begin nogal kort wilde houden, en nogal wat koudwatervrees had. De houding was aanvankelijk zeer afwachtend, maar ik moet zeggen dat daar met name het laatste jaar ten positieve verandering in is gekomen. Volgens Hoogwater is de relatie met het cvb ‘nooit echt slecht geweest’. ,,Er is wel een verbetering opgetreden sinds het begin van de or-periode, maar daarin heeft iedereen moeten leren. Ik wil college en or niet zo duidelijk tegenover elkaar stellen. Je kunt best een verschil van mening hebben en toch goed met elkaar omgaan.”

Bijna iedereen vindt dat de or meer moet doen aan de bekendheid bij de achterban. ,,De pr van de ondernemingsraad laat te wensen over”, vindt Van Zomeren, en ook Hoogwater is bang dat het personeel van nu niet echt betrokken wordt bij de medezeggenschap. Boersma meent dat de or zich beter moet profileren naar de achterban. Het gaat daarbij volgens hem om ‘de bekendheid, de daden en het nut van de or’.

Hoe het er daarmee voorstaat zal blijken tijdens de verkiezingen van volgende week woensdag. Boersma moppert niet bij een opkomst van vijftig procent, Van Zomeren is al blij met veertig procent. Zelfs dat lijkt optimistisch, gezien de opkomst van twee jaar geleden. ,,Als het echt zo erg wordt, dan hebben we dat vooral aan onszelf te wijten”, is het harde oordeel van DB’er Van Zomeren.

,


1 Illustratie: Gripp

De voorzitter van de ondernemingsraad, CMHF-lid ir. D.A. Hoogwater, vindt het moeilijk om een vergelijking te maken tussen de vroegere universiteitsraad en de or. ,,Het is misschien een voordeel dat je nu rechtstreeks iets kunt betekenen voor het personeel, terwijl dat in de u-raad veel indirecter ging. Verder vind ik het een vergelijking tussen appels en peren, maar dat kan als je het over fruit hebt.”

De voormalige universiteitsraad van de TU werd 1 september 1997 opgeheven. Op 8 oktober van dat jaar vonden aan de TU de eerste verkiezingen voor de ondernemingsraad plaats. De eerste raad werd gekozen voor een periode van twee jaar. Vanaf nu vinden de verkiezingen om de drie jaar plaats, te beginnen op 29 september.


2 Illustratie: Gripp

De voorzitter van de Abvakabo-fractie in de or, ir. F.R. van der Vlucht, meent dat de verantwoordelijkheden in de or duidelijker afgebakend zijn. ,,Voorheen was het een mix van studenten, personeel en college die het bestuur uitoefende. De verantwoordelijkheden waren op z’n zachtst gezegd diffuus, maar het was een mooi praatforum.” CFO-lid L. Boersma vindt ook dat de zaken duidelijker geregeld zijn in de wet op de ondernemingsraden. ,,Een nadeel is wel dat je meer te maken krijgt met kant-en-klare voorstellen, waar je simpel gezegd ja of nee tegen moet zeggen. En er komen natuurlijk minder dingen langs.”

Ir. B.C. van Zomeren hangt het succes van de or op aan de vraag of de doelstellingen van de MUB-wet (modernisering van de universitaire bestuursstructuur) gerealiseerd zijn. ,,Is de besluitvorming inderdaad sneller en kwalitatief beter geworden?”, vraagt hij zich af. ,,Ik waag dat te betwijfelen.” Ook mist Van Zomeren het ‘echte debat’ uit de tijd van de universiteitsraad.
Paaltjes

Het college van bestuur weigerde aanvankelijk om de or formele zeggenschap te geven op het gebied van onderwijs & onderzoek en financiën. Van der Vlucht van Abvakabo vindt dat de or hierin inderdaad minder goed af is dan de u-raad. Toch wordt er volgens hem ‘naar omstandigheden’ goed geopereerd door de or. Ook Van Zomeren is daar niet negatief over. ,,Formeel is er misschien niet veel geregeld, maar informeel loopt het overleg over financiën bijvoorbeeld erg goed. Ik vind wel dat onderwijs en onderzoek in de toekomst meer op de or-kalender moet komen.”

Hoogwater spreekt liever niet over bevoegdheden. ,,Met de term bevoegdheden zet je zaken tegenover elkaar, terwijl ik de nadruk juist wil leggen op samenwerken. Het is veel belangrijker om een open discussie te voeren over alle zaken die het personeel aangaan. Het is een misverstand dat we hetnog steeds over bevoegdheden hebben.”

CFO’er Boersma erkent dat er in de begintijd van de or veel tijd verloren ging met het afbakenen van bevoegdheden. ,,Het was een kwestie van paaltjes slaan. De laatste tijd zijn de verhoudingen met het college beter. Het cvb moet natuurlijk ook schipperen tussen de raad van toezicht en de ondernemingsraad. En als je or mee hebt, heb je de hele instelling mee, dat heeft het college de laatste tijd wel gemerkt.

Boersma doelt op de recente behandeling van het instellingsplan. Dit wordt algemeen gezien als een groot succes van de or. Hoogwater: ,,Ik denk dat we dat als or goed gedaan hebben. Het belangrijkste document van de TU is door die bemoeienis uiteindelijk unaniem goedgekeurd.” Boersma zegt dat met het instellingsplan ‘het roer drastisch omgegooid is’. Van Zomeren meent dat het instellingsplan bewezen heeft ‘dat het ook anders kan’ tussen college en ondernemingsraad. Van der Vlucht beweert zelfs dat de behandeling van het document ‘een ommekeer teweeg heeft gebracht’ in de verhoudingen.
Achterban

,,Het college heeft kunnen constateren dat de zaken vlotter gaan als de or erin betrokken wordt”, aldus Van der Vlucht. ,,Ik had het idee dat het college de or in het begin nogal kort wilde houden, en nogal wat koudwatervrees had. De houding was aanvankelijk zeer afwachtend, maar ik moet zeggen dat daar met name het laatste jaar ten positieve verandering in is gekomen. Volgens Hoogwater is de relatie met het cvb ‘nooit echt slecht geweest’. ,,Er is wel een verbetering opgetreden sinds het begin van de or-periode, maar daarin heeft iedereen moeten leren. Ik wil college en or niet zo duidelijk tegenover elkaar stellen. Je kunt best een verschil van mening hebben en toch goed met elkaar omgaan.”

Bijna iedereen vindt dat de or meer moet doen aan de bekendheid bij de achterban. ,,De pr van de ondernemingsraad laat te wensen over”, vindt Van Zomeren, en ook Hoogwater is bang dat het personeel van nu niet echt betrokken wordt bij de medezeggenschap. Boersma meent dat de or zich beter moet profileren naar de achterban. Het gaat daarbij volgens hem om ‘de bekendheid, de daden en het nut van de or’.

Hoe het er daarmee voorstaat zal blijken tijdens de verkiezingen van volgende week woensdag. Boersma moppert niet bij een opkomst van vijftig procent, Van Zomeren is al blij met veertig procent. Zelfs dat lijkt optimistisch, gezien de opkomst van twee jaar geleden. ,,Als het echt zo erg wordt, dan hebben we dat vooral aan onszelf te wijten”, is het harde oordeel van DB’er Van Zomeren.


1 Illustratie: Gripp

De voorzitter van de ondernemingsraad, CMHF-lid ir. D.A. Hoogwater, vindt het moeilijk om een vergelijking te maken tussen de vroegere universiteitsraad en de or. ,,Het is misschien een voordeel dat je nu rechtstreeks iets kunt betekenen voor het personeel, terwijl dat in de u-raad veel indirecter ging. Verder vind ik het een vergelijking tussen appels en peren, maar dat kan als je het over fruit hebt.”

De voormalige universiteitsraad van de TU werd 1 september 1997 opgeheven. Op 8 oktober van dat jaar vonden aan de TU de eerste verkiezingen voor de ondernemingsraad plaats. De eerste raad werd gekozen voor een periode van twee jaar. Vanaf nu vinden de verkiezingen om de drie jaar plaats, te beginnen op 29 september.


2 Illustratie: Gripp

De voorzitter van de Abvakabo-fractie in de or, ir. F.R. van der Vlucht, meent dat de verantwoordelijkheden in de or duidelijker afgebakend zijn. ,,Voorheen was het een mix van studenten, personeel en college die het bestuur uitoefende. De verantwoordelijkheden waren op z’n zachtst gezegd diffuus, maar het was een mooi praatforum.” CFO-lid L. Boersma vindt ook dat de zaken duidelijker geregeld zijn in de wet op de ondernemingsraden. ,,Een nadeel is wel dat je meer te maken krijgt met kant-en-klare voorstellen, waar je simpel gezegd ja of nee tegen moet zeggen. En er komen natuurlijk minder dingen langs.”

Ir. B.C. van Zomeren hangt het succes van de or op aan de vraag of de doelstellingen van de MUB-wet (modernisering van de universitaire bestuursstructuur) gerealiseerd zijn. ,,Is de besluitvorming inderdaad sneller en kwalitatief beter geworden?”, vraagt hij zich af. ,,Ik waag dat te betwijfelen.” Ook mist Van Zomeren het ‘echte debat’ uit de tijd van de universiteitsraad.
Paaltjes

Het college van bestuur weigerde aanvankelijk om de or formele zeggenschap te geven op het gebied van onderwijs & onderzoek en financiën. Van der Vlucht van Abvakabo vindt dat de or hierin inderdaad minder goed af is dan de u-raad. Toch wordt er volgens hem ‘naar omstandigheden’ goed geopereerd door de or. Ook Van Zomeren is daar niet negatief over. ,,Formeel is er misschien niet veel geregeld, maar informeel loopt het overleg over financiën bijvoorbeeld erg goed. Ik vind wel dat onderwijs en onderzoek in de toekomst meer op de or-kalender moet komen.”

Hoogwater spreekt liever niet over bevoegdheden. ,,Met de term bevoegdheden zet je zaken tegenover elkaar, terwijl ik de nadruk juist wil leggen op samenwerken. Het is veel belangrijker om een open discussie te voeren over alle zaken die het personeel aangaan. Het is een misverstand dat we hetnog steeds over bevoegdheden hebben.”

CFO’er Boersma erkent dat er in de begintijd van de or veel tijd verloren ging met het afbakenen van bevoegdheden. ,,Het was een kwestie van paaltjes slaan. De laatste tijd zijn de verhoudingen met het college beter. Het cvb moet natuurlijk ook schipperen tussen de raad van toezicht en de ondernemingsraad. En als je or mee hebt, heb je de hele instelling mee, dat heeft het college de laatste tijd wel gemerkt.

Boersma doelt op de recente behandeling van het instellingsplan. Dit wordt algemeen gezien als een groot succes van de or. Hoogwater: ,,Ik denk dat we dat als or goed gedaan hebben. Het belangrijkste document van de TU is door die bemoeienis uiteindelijk unaniem goedgekeurd.” Boersma zegt dat met het instellingsplan ‘het roer drastisch omgegooid is’. Van Zomeren meent dat het instellingsplan bewezen heeft ‘dat het ook anders kan’ tussen college en ondernemingsraad. Van der Vlucht beweert zelfs dat de behandeling van het document ‘een ommekeer teweeg heeft gebracht’ in de verhoudingen.
Achterban

,,Het college heeft kunnen constateren dat de zaken vlotter gaan als de or erin betrokken wordt”, aldus Van der Vlucht. ,,Ik had het idee dat het college de or in het begin nogal kort wilde houden, en nogal wat koudwatervrees had. De houding was aanvankelijk zeer afwachtend, maar ik moet zeggen dat daar met name het laatste jaar ten positieve verandering in is gekomen. Volgens Hoogwater is de relatie met het cvb ‘nooit echt slecht geweest’. ,,Er is wel een verbetering opgetreden sinds het begin van de or-periode, maar daarin heeft iedereen moeten leren. Ik wil college en or niet zo duidelijk tegenover elkaar stellen. Je kunt best een verschil van mening hebben en toch goed met elkaar omgaan.”

Bijna iedereen vindt dat de or meer moet doen aan de bekendheid bij de achterban. ,,De pr van de ondernemingsraad laat te wensen over”, vindt Van Zomeren, en ook Hoogwater is bang dat het personeel van nu niet echt betrokken wordt bij de medezeggenschap. Boersma meent dat de or zich beter moet profileren naar de achterban. Het gaat daarbij volgens hem om ‘de bekendheid, de daden en het nut van de or’.

Hoe het er daarmee voorstaat zal blijken tijdens de verkiezingen van volgende week woensdag. Boersma moppert niet bij een opkomst van vijftig procent, Van Zomeren is al blij met veertig procent. Zelfs dat lijkt optimistisch, gezien de opkomst van twee jaar geleden. ,,Als het echt zo erg wordt, dan hebben we dat vooral aan onszelf te wijten”, is het harde oordeel van DB’er Van Zomeren.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.