Wetenschap

‘Gescheiden inzameling van plastic is zinloos’

Recyclen van plastic levert geen milieuwinst op en vermindert niet de plasticsoep, concludeerde het Centraal Planbureau. Recycleprofessor Peter Rem (CiTG) is het daarmee eens. Hij werkt aan technologie die plastic beter kan scheiden.

Prof.dr. Peter Rem: “We moeten van die 700 miljoen euro aan verpakkingsplastics honderden miljoenen terugwinnen, en niet slechts vijf miljoen.” (Foto: Marcel Krijger)

Prof.dr. Peter Rem (Civiele Techniek en Geowetenschappen) ziet plastic als grondstof en niet als milieuprobleem. Hij vreest de plasticsoep – de drijvende vuilnisbelt in de Grote Oceaan – niet, maar denkt dat er juist een tekort aan plastic ontstaat als elektrisch rijden de standaard wordt. Hij leidt een NWO-programma dat technologie ontwikkelt voor ultrasnelle en heel precieze terugwinning van plastics uit afvalstromen. Daardoor kan gerecycled plastic zijn kwaliteit behouden. Eerder stond hij aan de wieg van het bedrijf Urban Mining Corp, dat grondstoffen wint uit afval.


Het nieuws dat plastic recyclen zinloos is omdat er alleen bermpaaltjes van gemaakt kunnen worden kwam hard aan. Hoe beluisterde u dat bericht?


“Het viel mij op dat het Centraal Planbureau primair naar het milieu heeft gekeken terwijl ik juist erg geïnteresseerd ben in de economische en strategische aspecten van plastic recycling. In Europa is milieu niet echt een probleem. In Azië wel, daar komen mensen om door vervuild rivierwater. Ook de plasticsoep is voornamelijk een Aziatische probleem. Vier Aziatische landen genereren negentig procent van de plastic soep. Waar wij in Europa last van zullen krijgen is dat raffinaderijen op termijn gaan sluiten. Raffinaderijen zijn dé bron van plastics, zeker van verpakkingsplastics. Raffinaderijen kraken de ruwe olie en maken naast benzine en diesel olefinen die heel geschikt zijn om plastics van te maken.”


‘Wat we op dit moment doen, slaat nergens op’


Dus terwijl iedereen het idee heeft dat we omkomen in het plastic ziet u een komend tekort aan plastic als grondstof?


“Inderdaad. We moeten leren om plastics te recyclen of we moeten minder plastics gaan gebruiken, maar dat zie je niet op dit moment. Ik vind het belangrijk om plastics te recyclen, maar ik ben het helemaal eens met het CPB dat wat we op dit moment doen, echt helemaal nergens op slaat. We beginnen in Nederland met zo’n 700 miljoen euro aan verpakkingsplastics en als alle gerecyclede plastics zijn verkocht houden we er 5 miljoen euro aan over. Dat hele recycle-circus kostte een paar jaar geleden zo’n 80 miljoen euro en nu kost het zo’n 200 miljoen euro.”


Voor een restwaarde van vijf miljoen euro?


“Ja, dus dat klopt economisch helemaal niet, het levert ons een laagwaardig plastic op dat ongeschikt is voor verpakkingen waar juist behoefte aan is. Veertig procent van al onze plastics gaat in verpakkingen om spullen te beschermen. Het zal lastig zijn om een stap terug te zetten naar onverpakt. Er zijn mensen die dat proberen, maar dat sluit niet aan bij de huidige manier van werken. Natuurlijk moeten we gebruik van plastics verminderen en bioplastics ontwikkelen, maar het staat voor mij als een paal boven water dat we plastics als grondstof moeten recyclen en dat we dat ook goed moeten doen. We moeten van die 700 miljoen euro aan verpakkingsplastics honderden miljoenen terugwinnen, en niet slechts vijf miljoen.”


Het blad Contact van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen schrijft over nieuwe technieken om plastics beter te scheiden op dichtheid en kleur. Gaat dat recycling op een hoger plan brengen?


“Sommige technieken worden disruptive genoemd omdat ze op slag alles veranderen. Dit is zo’n technologie. De combinatie van dichtheidsscheiding en kleurselectie maakt het mogelijk dat je niet een paar soorten plastic kunt onderscheiden, maar honderden soorten. Dat is een vreemd idee, want dat gebeurt tot nu toe niet in de recycling. Je denkt dat zoiets enorme kosten met zich meebrengt maar het mooie is dat polyethyleen, polypropeen, polystyreen, bioplastics, PET, en PVC goed op dichtheid te scheiden zijn. Daarna gaat het om kleur en additieven en vaak hangen kleur en functie ook samen. Wasmiddelen zitten bijna altijd in wit plastic, geel betekent schoonmaakmiddel. De crux zit in het logaritmisch scheiden. Dat is een manier van scheiden waarbij je elektronisch opgeeft wat je met zo’n mengsel wilt doen. Je kunt besluiten om in honderd soorten te scheiden, maar de eerste scheiding is vijftig soorten links en vijftig soorten rechts. Bij de tweede passage splits je die vijftig soorten op in twee maal 25. De huidige scheiders hebben die flexibiliteit niet. Onze technologie maakt een volledige spectrale analyse van elk snippertje plastic.”


Dat is ongelofelijk. Over hoeveel snippers per seconde gaat dat?


“Denk aan tienduizend flakes per seconde. Elk snippertje wordt apart geanalyseerd en afgebogen. Dat lijkt mooi en spectaculair, maar het is niet anders dan je in andere vakgebieden gewend bent. Het is vergelijkbaar met hoe een Tesla zijn weg door de stad vindt.”


U brengt dus snelle informatieverwerking in de afvalverwerking. En dat is ongebruikelijk.


“In afvalverwerking, maar in onze maatschappij is het niet ongebruikelijk. In het NWO-programma voor magnetische dichtheid scheiding (MDS) werken we samen met de technische universiteiten van Twente en Eindhoven en de Universiteit Utrecht. Dat programma loopt nu anderhalf jaar en het duurt vijf jaar. Maar ik denk dat je het proces over een jaar al kunt zien. Je ziet snippers bewegen zonder dat er contact lijkt te zijn. Dat gaat allemaal elektronisch en heel precies bepaald in de ruimte en de tijd. Om je een idee te geven: de huidige machines gebruiken blazers met een schakeltijd van vijf milliseconde om een snipper af te buigen. Dat klinkt best al rap. Maar de schakelingen die wij hier gebruiken hebben een schakeltijd van acht microseconde, ruim vijfhonderd keer sneller dus.”


Dat gebeurt dan ook niet meer met luchtdruk, neem ik aan?


“Nee, dat werkt met hele fijne waterstraaltjes, ongeveer zestig micrometer dik. Heel snel, klein en precies. Daarmee komt recycling op het technologische niveau van wat elders in de maatschappij al gebruikelijk is.”


Waar verwacht u dat deze technologie wordt toegepast?


“Ik denk bij vuilverbranders. Die hebben het het moeilijkst, want in de grote steden wil men niet meehelpen aan gescheiden afvalinzameling en komt al het huisvuil door elkaar bij de vuilverbrandingsoven aan. De vuilverbrander moet daar het plastic uithalen en dat recyclen tot hoogwaardig plastic.”


‘Op dit moment heeft gescheiden inzameling van plastic geen zin’


Wat is voor hen de drijfveer om dat te doen?


“Er is een drijfveer bijgekomen, want sinds het CPB-rapport is de sector zich bewust dat ze iets hebben uit te leggen. De afgelopen jaren hebben mensen vanuit universiteiten, onder wie ook ik, laten weten dat het niet goed gaat met recycling. Maar nu het CPB met een vernietigende uitspraak komt, kan de sector dat niet negeren. Het is gewoon echt helemaal fout wat ze doen en de burger zal verbetering willen zien.”


Dus er is een schuldbewuste sector en vier universiteiten die werken aan de nieuwe plastic recycling. Hoe snel kan die kloof overbrugd worden?


“Dat kan heel snel. Bij de NWO-bijeenkomst op 25 september waren er veertig aanwezigen van wie de helft afkomstig uit de industrie. Daar zaten de vuilverbranders en het afvalfonds bij. Die zijn zich zeer bewust van het recycleprobleem.”


Eén van de gevolgen van het CPB-rapport is dat mensen twijfelen aan het nut van gescheiden plastic inzameling. Kunnen we net zo goed alles bij elkaar gooien?


“Eigenlijk wel. Op dit moment kost de gescheiden inzameling van plastics heel veel geld en het is eigenlijk niet te verantwoorden dat je mensen vraagt daarvoor te betalen. De verpakkingsfabrikant schiet het voor, die betaalt het ophalen en de recycling, maar brengt dat in rekening op de verpakking. Dus wij betalen als burgers een paar honderd miljoen euro extra voor die verpakkingen. Dat zou niet erg zijn als dat duizenden banen op zou leveren en goed gerecyclede plastics. Maar dat succes is er niet.”


Hoe denkt u over statiegeld op plastic verpakkingen?


“Statiegeld is een redelijk perfecte oplossing vanuit recycling of hergebruik. Er komen echt hoogwaardige materialen uit. Wat het ingewikkeld maakt, is dat statiegeld standaardisatie vereist. Er zijn duizenden aanbieders van flesjes en verpakkingen, maar er is geen ruimte voor evenzovele logistieke operaties. Anders dan de bierbrouwers, is de verpakkingsindustrie niet bereid tot standaardisatie. Verder is het statiegeldsysteem duur en werkt het niet voor erg lichte verpakkingen en verpakkingen die bij het openen vervormen: dan is de automatische herkenning niet goed mogelijk.”


Heeft het zin om de gescheiden inzameling in stand te houden om de burger er alvast aan te laten wennen voor als straks de technologie op orde is?


“Dat ligt buiten mijn expertise. Op dit moment heeft gescheiden inzameling van plastic geen zin. Je kunt zeggen dat je de burger vast wilt laten wennen, maar het is een ongelofelijk duur systeem. Ik vind dat recycling zichzelf moet kunnen betalen. Het is een industriële activiteit die waarde creëert. Een waardeloos polymeer uit de recycling brengt misschien 400 tot 500 euro per ton op, maar een goed polymeer brengt 1300 to 1400 euro per ton op. Door het goed te doen, creëer je een enorm stuk waarde.”


Wordt high-tech recycling daarmee betaalbaar?


“Ja, al klinkt dat misschien raar. Maar high-tech kost in verhouding niet veel. Je nieuwste mobieltje met de snelste processor en de scherpste camera is niet veel duurder dan je vorige. Als technologie eenmaal bestaat hoeft het niet duur te zijn. Een vuilverbrander bouwen kost 200 tot 300 miljoen euro, maar de modernste plastic scheider kost 10 tot 20 miljoen euro.”


Hoeveel van die installaties zouden we nodig hebben in Nederland?


“Ik denk in Nederland een stuk of vijf en ongeveer honderd voor heel Europa. Dat is geen enorme investering.”


Op welke termijn verwacht u dat?


“Over een jaar of twee staan de eerste moderne plasticscheiders bij de eerste innovatieve gebruikers. En misschien zien we over een jaar al zelfs de eerste componenten. Dat lijkt best snel, maar we bouwen voort op wat er allemaal al is ontwikkeld.”


 

(Foto: pxhere.com)
Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.